Read Ebook: Het Stoomhuis: De IJzeren Reus (1/2) by Verne Jules
Font size:
Background color:
Text color:
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page
Ebook has 1626 lines and 67710 words, and 33 pages
>>Een rajah-trein te velde, ingenieur!"
>>Ja, maar...."
>>Maar.... wat? Is er nog een maar?" riep kapitein Hod uit.
>>Een groote maar!"
>>Die ingenieurs! overal zien ze moeielijkheden in!..."
>>Die ze weten te overwinnen, als ze niet onoverkomelijk zijn," antwoordde Banks.
>>Welnu, geef dan raad!"
>>Wat is het geval, mijn waarde Munro. Al die trekdieren, die de kapitein opsomde, dat loopt, dat trekt, dat sleept, maar dat vermoeit zich ook. Daarenboven zijn ze koppig, weerspannig en hebben vooral veel voedsel noodig. Zoodra nu de weiden ontbreken en men geen vijfhonderd bunders weiland op sleeptouw kan nemen, staat de bespanning stil, put zich uit, valt, sterft van honger, het rollende huis rolt niet meer en blijft even onbeweeglijk als de bungalow waar we op dit oogenblik zitten te praten. Er volgt dus uit, dat het genoemde huis dan eerst praktisch bruikbaar zal zijn als het een stoomhuis zal zijn."
>>Dat op rails zal loopen!" riep de kapitein uit, de schouders ophalende.
>>Neen, op wegen en getrokken door een tot volkomenheid gebrachte weglocomotief."
>>Bravo!" juichte de kapitein, >>bravo! zoodra je huis geen spoorweg noodig heeft en zich naar willekeur kan richten, zonder genoodzaakt te zijn een ijzeren spoor te volgen, ben ik je man."
>>Maar," deed ik Banks opmerken, >>als muilezels, ezels, paarden, ossen, olifanten eten, een machine eet ook, en uit gebrek aan brandstof zal je ook onderweg blijven staan."
>>Een stoompaard," antwoordde Banks, >>staat in kracht gelijk met drie of vier gewone paarden en dit vermogen kan nog toenemen. Een stoompaard is niet aan vermoeienis noch aan ziekte onderhevig. Ten allen tijde, onder alle breedten, in de zon, in den regen, in de sneeuw, altijd gaat het voort, zonder ooit uitgeput te raken. Het behoeft zelfs de aanvallen der wilde beesten niet te vreezen, noch den beet der slangen, noch den steek der horzels en andere geduchte insecten. Het heeft noch den prikstok der ossendrijvers, noch de zweep der geleiders noodig. Rust is overbodig en slaap kan het missen. Het stoompaard, door de hand van den mensch vervaardigd, is, met het oog op zijne bestemming en bij de onmogelijkheid dat het eenmaal tot voedsel zal verstrekken, te verkiezen boven al de trekdieren, die de Voorzienigheid ter beschikking van den mensch gesteld heeft. Een weinig olie en vet, een weinig steenkolen of hout, is alles wat het verteert. En, ge weet het, mijne vrienden, aan bosschen is geen gebrek op het Indische schiereiland en het hout is er het eigendom van iedereen.
>>Goed gesproken!" riep kapitein Hod uit. >>Hoera voor het stoompaard! 'k Zie reeds in mijne verbeelding het rollende huis van den ingenieur Banks, in beweging op de groote wegen van Indi?, door de wilde kreupelbosschen zich een weg banende, doordringende onder de boomen van het woud, zich wagende tot in de holen der leeuwen, der tijgers, der beeren, der panters, der luipaarden, en wij achter zijne muren verscholen, een slachting makende onder de wilde dieren om al de Nimrods, de Andersons, de G?rards, de Pertuisets, de Chassaings van de wereld van ergernis te doen barsten! Zeg, Banks, 'k moet er van watertanden en je doet het me bitter betreuren, dat ik niet een vijftig jaren later geboren ben!"
>>En waarom dat, kapitein?"
>>Omdat je droom over een vijftig jaar zal verwezenlijkt worden en eerst dan het stoomrijtuig zal gereed zijn."
>>Het is gereed," antwoordde eenvoudig de ingenieur.
>>Gereed! en door u vervaardigd misschien?...."
>>Door mij, en om de waarheid te zeggen vrees ik maar eene zaak, dat het je verwachting overtreft."
>>Op weg, Banks, op weg!" riep kapitein Hod uit, die zich oprichtte als door den schok eener electrische ontlading. Hij was gereed om te vertrekken.
De ingenieur bracht hem tot bedaren; daarna, op ernstiger toon zich tot sir Edward Munro wendende, zeide hij:
>>Edward, als ik een rollend huis ter uwer beschikking stel, als ik over een maand, zoodra het seizoen er geschikt toe is, je kom zeggen: Daar is je kamer, die zich zal verplaatsen en gaan zal waarheen je wilt, daar zijn je vrienden, Maucler, kapitein Hod en ik, die niets liever willen dan je vergezellen op een tocht door het noorden van Indi?, zal je me dan antwoorden: Laten we vertrekken, Banks, laten we vertrekken, en dat de God der reizigers ons bescherme!"
>>Ja, mijne vrienden," antwoordde kolonel Munro, na een oogenblik nagedacht te hebben. >>Banks, beschik over het noodige geld. Doe, wat je belooft. Breng ons dat ideale stoomhuis, dat de stoutste verwachtingen zou overtreffen en we zullen geheel Indi? doorkruisen!"
>>Hoera! Hoera! Hoera!" juichte kapitein Hod, >>en wee de wilde dieren op de N?paulsche grenzen!"
Op dit oogenblik verscheen sergeant Mac Neil, aangetrokken door de hoera's van den kapitein, aan de deur der woning.
>>Mac Neil," zei kolonel Munro tot hem, >>we vertrekken binnen een maand naar het noorden van Indi?. Je maakt immers de reis mee?"
>>Natuurlijk, kolonel, omdat u gaat!" antwoordde sergeant Mac Neil.
DE OPSTAND DER SIPAYERS.
Eenige weinige woorden zullen voldoende zijn om den toestand van Indi? te doen kennen ten tijde van de voorvallen, die in dit verhaal voorkomen en meer bijzonder van het geduchte oproer der Sipayers, waarvan we hier de voornaamste feiten in het geheugen willen terugbrengen.
Het was in 1600, onder de regeering van Elisabeth, op den gewijden grond van Aryavarta, te midden eener bevolking van twee honderd millioen bewoners, waarvan honderd twaalf millioen den Hindoeschen godsdienst beleden, dat de zeer achtbare Oost-Indische Compagnie gesticht werd, bekend onder den echt Engelschen bijnaam van >>Old John Company."
Het was in het begin een eenvoudige >>vereeniging van kooplieden, die handel op Oost-Indi? dreven" en aan welker hoofd de hertog van Cumberland geplaatst werd.
Omstreeks dezen tijd was de Portugeesche macht, die groot in Indi? geweest was, reeds aan het afnemen. Ook namen de Engelschen, van dezen toestand gebruik makende, een eerste proef van politiek en militair bestuur in het presidentschap van Bengalen, waarvan de hoofdstad, Calcutta, weldra het middelpunt der nieuwe regeering zou worden. Al dadelijk kwam het 39e regiment der koninklijke arm?e, uit Engeland afgezonden, de provincie bezetten. Van daar de zinspreuk, die het nog altijd in zijn vaandel draagt: Primus in Indi?s.
Intusschen had zich ongeveer terzelfder tijd, onder bescherming van Colbert een Fransche Compagnie gevestigd. Zij had hetzelfde doel als de Compagnie van de Londensche kooplieden. Wat wonder dat uit die mededinging een strijd van belangen geboren werd. Er volgde een langdurige met afwisselend geluk gevoerde worsteling uit, die de namen van Dupleix, Labourdonnais en Lally-Tollendal beroemd maakte.
Eindelijk moesten de Franschen voor de overmacht bukken en Carnati?, dat gedeelte van het schiereiland, dat een gedeelte van zijn oostelijke grens bevat, verlaten.
Lord Clive, zonder concurrenten voortaan, niets meer van Portugal noch van Frankrijk te vreezen hebbende, ondernam toen de verovering van Bengalen, waarvan lord Hastings tot Gouverneur-generaal benoemd werd. Door een bekwaam en volhardend bestuur kwamen heilzame hervormingen tot stand. Maar van dien tijd af aan werd de Oost-Indische Compagnie, eens zoo machtig, rechtstreeks in hare dierbaarste belangen getroffen. Eenige jaren later, in 1784, bracht Pitt nogmaals wijzigingen in de oorspronkelijke oorkonde. Haar schepter moest overgaan in de handen van de raadslieden der Kroon. Het gevolg van dezen stand van zaken was, dat in 1813 de Compagnie het monopolie van den Indischen handel en in 1833 het monopolie van den handel met China ging verliezen.
Al had nu evenwel Engeland niet meer te strijden tegen de vreemde maatschappijen op het schiereiland, moest het toch moeielijke oorlogen voeren, hetzij tegen de oude bezitters van den grond, hetzij tegen de laatste Aziatische veroveraars van dit rijke grondgebied.
In 1828 waren de Engelschen meester, direct of indirect, van een groot gedeelte van het grondgebied. Met lord William Bentinck begon een nieuw tijdperk van bestuur.
Sedert de regeling der militaire macht in Indi?, had het leger altijd twee zeer onderscheiden contingenten geteld, het Europeesche en het inlandsche contingent. Het eerste vormde het koninklijke leger, samengesteld uit regimenten cavalerie, bataillons infanterie en bataillons Europeesche infanterie in dienst van de Oost-Indische Compagnie; het tweede vormde het inlandsche leger, bevattende bataillons infanterie en bataillons geregelde, maar inlandsche cavalerie, gekommandeerd door Engelsche officieren. Daarbij kwam een artillerie, waarvan het personeel, tot de Compagnie behoorende, met uitzondering van eenige batterijen, uit Europeanen bestond.
Welk was het effectief dezer regimenten of bataillons, die onverschillig op deze wijze in het koninklijk leger genoemd worden? Wat de infanterie aangaat, elfhonderd man per bataillon in het leger van Bengalen en acht ? negen honderd in de legers van Bombay en Madras; wat de cavalerie betreft, zeshonderd paarden in ieder regiment der twee legers.
In het geheel kon men in 1837, zooals het door de Valbezen in zijne Nieuwe studie?n over de Engelschen en Indi?, een zeer merkwaardig werk, met groote nauwkeurigheid wordt vastgesteld, de gansche macht der drie presidentschappen, schatten op twee honderd duizend inlandsche troepen en op vijf en veertig duizend Europeesche.
Nu maakten de Sipayers wel is waar een geregeld corps uit, door Engelsche officieren gekommandeerd, maar zij koesterden toch altijd een stille neiging om het harde juk der Europeesche discipline, hun door de veroveraars opgelegd, af te schudden. Reeds had in 1806, misschien zelfs op aanstoken van den zoon van Tippo Sahib, het garnizoen van het inlandsche leger van Madras, gekantonneerd te Vellore, de hoofdwacht van het 69e regiment der koninklijke armee vermoord, de kazernen in brand gestoken, de officieren en hunne families omgebracht en de zieke soldaten tot in het hospitaal doodgeschoten. Wat was de oorzaak van dezen opstand geweest,--de schijnbare oorzaak, althans? Een voorgewende quaestie van knevels, van kapsel en oorringen, maar eigenlijk was het de haat der veroverden tegen de veroveraars.
Deze eerste opstand werd spoedig in de geboorte gestikt door de koninklijke troepen, die te Ascot gekantonneerd waren.
Een dergelijke reden,--ook een voorwendsel,--was evenzeer de aanleiding tot de eerste oproerige beweging van 1857,--een nog veel geduchter opstand, die voor altijd de Engelsche macht in Indi? zou vernietigd hebben, indien de inlandsche troepen van de presidentschappen van Madras en Bombay er aan deel hadden genomen.
Alvorens evenwel verder te gaan, moet vermeld worden, dat deze opstand niet nationaal was. De Hindoes van het land en der steden, dat is zeker, stelden er niet het minste belang in. Bovendien bepaalde hij zich tot de half onafhankelijke Staten van Centraal-Indi?, tot de provincies van het noordwesten en het koninkrijk Oude. Pendjab bleef den Engelschen getrouw met zijn regiment van drie escadrons uit den Indischen Caucasus. Ook de Sikhs, deze werklieden van lagere kaste, die zich inzonderheid bij het beleg van Delhi onderscheidden; getrouw ook de Gourgkhas, ten getale van twaalfduizend naar het beleg van Lucknow gevoerd door den rajah van Nepaul, getrouw eindelijk de Maharajahs van Gwalior en van Pattyalah, de rajah van Rampore, de Rani van Bhopal, getrouw aan de wetten van de militaire eer en om de gewone uitdrukking, in zwang onder de inboorlingen van Indi?, te gebruiken >>getrouw aan het zout."
Bij den aanvang van den opstand, bevond lord Canning zich aan het hoofd van het bestuur in hoedanigheid van gouverneur-generaal. Misschien had die staatsman zich verkeerde voorstellingen gevormd aangaande de strekking der beweging. Reeds sedert eenige jaren was de ster van het Vereenigde Koninkrijk zichtbaar verbleekt aan den Hindoeschen hemel. In 1842 had de terugtocht van Kaboel het prestige der Europeesche veroveraars doen afnemen. De houding van het Engelsche leger gedurende den Krimoorlog was in sommige opzichten beneden de militaire faam gebleven. Ook was er een oogenblik dat de Sipayers, die zeer op de hoogte waren van hetgeen er voorviel op de oevers van de Zwarte zee, dachten dat een opstand der inlandsche troepen misschien zou gelukken. Er was trouwens slechts een vonk noodig om de behoorlijk voorbereide gemoederen, die de barden, de Brahmanen, de >>moulvis" door hunne redevoeringen en gezangen aanvuurden, in lichtelaaie vlam te brengen.
Deze gelegenheid bood zich aan in het jaar 1857, toen, tengevolge van buitenlandsche aangelegenheden, het contingent van het koninklijk leger noodzakelijk had moeten verminderd worden.
In het begin van dit jaar had Nana Sahib, anders genoemd de nabob Dandou-Pant, die bij Cawnpore zijn verblijf hield, zich naar Delhi en daarna naar Lucknow begeven, met het doel ongetwijfeld de sedert lang voorbereide omwenteling te bevorderen.
En werkelijk barstte korten tijd na het vertrek van den Nana de oproerige beweging los.
Het Engelsche gouvernement had voor korten tijd in het inlandsche leger de Enfield-karabijn ingevoerd, die het gebruik noodzakelijk maakt van met vet bestreken patronen. Zekeren dag verspreidde zich het gerucht, dat dit vet of rundervet of varkensvet was, al naardat de patronen bestemd waren voor de Hindoesche of Mohamedaansche soldaten van het inlandsche leger.
In een land nu waar zelfs het volk weigert zeep te gebruiken, omdat zij kan vervaardigd zijn van het vet van een heilig of onrein dier, moest het gebruik van patronen met deze stof besmeerd,--patronen die met de tanden moeten afgebeten worden en met de lippen in aanraking komen,--de algemeene ontevredenheid opwekken. Het gouvernement gaf gedeeltelijk toe aan de bezwaren, die hiertegen gemaakt werden, maar het mocht de behandeling der karabijn al wijzigen, verzekeren dat het vet in quaestie niet diende tot de vervaardiging der patronen, toch bevredigde en overtuigde het niemand in het leger der Sipayers.
Den 24n Februari, te Berampore, weigert het 34e regiment de patronen. In het midden van Maart wordt een adjudant vermoord en zal weldra het afgedankte regiment, na de straf der moordenaars, in de naburige provincies nog vruchtbaarder zaden van muiterij verspreiden.
Add to tbrJar First Page Next Page Prev Page